Er zijn van die momenten dat een mens niet kan slapen. Je draait en draait. Schopt per ongeluk een van de katten het bed uit, draait op je rug, op je buik, op je zij. Als het echt tegenzit, val je door al dat gedraai uit je bed. Wanneer je dan eindelijk het gevoel krijgt dat de slaap je te pakken heeft -de bekende bodemloze put- schrik je weer wakker. Ik heb me altijd afgevraagd wat voor nut deze waakslaap in de huidige maatschappij heeft.
Kijk, vroeger, eeuwen geleden, toen wij als mens op de kale steppe moesten overleven, was het ongetwijfeld reuzehandig als je een slaap-waakritme had. Maar in eigen bed, in eigen huis, zie ik me niet zo snel overrompeld worden door een hongerige en vooral verdwaalde gnoe.
Goed, deze momenten van nachtelijke onrust overkomen mij regelmatig. Oorzaak is veelal een onophoudelijke gedachtestroom. Die kan over van alles gaan. In het begin bleef ik woelend en vooral woedend in mijn bed liggen met de vraag waarom ik nu nog niet sliep. Het mooie van deze methode is dat je helemaal niet meer in slaap komt. De tijd gaat dan steeds langzamer.
Op een zwoele zomernacht hoor je de vogels om 4 uur ’s ochtends al flieten en fluiten.
Soms is het beter om je bed uit te gaan. Glaasje water of kopje thee en afwachten of de stroom uitgeput raakt. Je moet toch iets. Het mooie hiervan is dat je ook niet meer in slaap komt. Maar het kan op zijn minst een nuttige ervaring zijn. Of een mooie. Dat hangt van het weer af.
Afgelopen nacht stond ik dan ook met een glaasje water een beetje naar buiten te staren. De regen sloeg onophoudelijk tegen de ramen. Deze keer geen mooie zwoele zomernacht. Ik dacht aan het Nederlandse voetbalteam. Verloren van Portugal in een chaotische combinatie van duwen, trekken, schoppen, een heleboel kaarten en voetbal, dat toch ook. Einde van het Weltmeisterschaft 2006. Zij konden vast ook niet slapen.
Al peinzend en mijmerend hoorde ik het amechtige kuchje van de buurman aan de overkant. Nog een wakkere ziel in deze kletsnatte nacht. Ondertussen ving de kat een spin. Spin gauw naar buiten gezet. Uiteindelijk besloten om weer terug mijn bed in te kruipen.
De volgende dag, op tv, vertelde Max Westerman hoe je slapend rijk kan worden. In New York, de stad die nooit slaapt, heeft iemand de slaapstudio bedacht. Vijftien minuten lang een dutje doen, tegen betaling natuurlijk. Daarna weer fit aan de slag. Kortom, een siësta. Bedacht door iemand die vast ook niet kon slapen.
Geschreven op 28 juni 2006