Verhalen

Het ongeluk

Zelfs het warm stampen van haar voeten, hielp Julia niet op deze gure ochtend. Ze voelde de kou overal. De schapen aan de overkant van het water bliezen rookwolkjes. Eentje keek haar aan alsof het wilde zeggen: ‘Ga toch lekker naar binnen, mens.’

Julia was verrast door het verhaal dat Matteo haar net verteld had. Gisterenavond had hij iets in de krant gelezen waardoor hij nu wezenloos voor zich uit zat te staren, vastgeklonken aan de ijskoude reling van het bruggetje.

Vijf jaar geleden was Matteo getuige geweest van een ongeluk waarbij een auto het kanaal was ingereden. Of nou ja, getuige: hij kwam enkele minuten na het ongeluk langs op zijn fiets. Het was een donkere avond geweest met veel regen. De vlagerige wind had ervoor gezorgd dat de laatste bladeren van de bomen op het natte wegdek waren vastgeplakt. Aan de overkant van het kanaal had zich een groepje mensen verzameld.
Hij raakte in gesprek met een vrouw die het hele gebeuren gadesloeg. Hij vond haar nogal apart, vertelde hij aan Julia. Zo wist ze al dat er niemand meer in de auto zat terwijl de hulpdiensten nog niet eens waren aangekomen.
Omdat Matteo altijd en overal de noodzaak zag van hulp bieden, zelfs als die hulp niet gewenst was, wilde hij dat toen ook. Terwijl hij druk om zich heen keek of hij ergens een slachtoffer zag, was de vrouw met wie hij in gesprek was ineens verdwenen.

Nadat hij via het bruggetje naar de overkant van het kanaal was gelopen, hoorde hij dat de hulpdiensten net waren opgeroepen. Er was niemand die het ongeluk daadwerkelijk had zien gebeuren.

Julia draaide zich om naar Matteo: ‘Luister eens, je weet zeker dat het om dezelfde vrouw gaat?’

‘Ja, absoluut. Geen twijfel mogelijk.’


Dit is deel drie van het nog titelloze feuilleton. Dit verhaal volgt op deel 2 Koud.