Columns, Dagelijkse dingen

Wat zijn ze hier aardig!

Crisisstrategie?“Wat zijn ze hier aardig!” Die ‘ze’ sloeg op het winkelpersoneel. Degene die het zei was een vriendin uit die mooie stad achter de duinen.

Nu moet ik zeggen dat ik totaal niet stil sta bij winkelpersoneel. Ik blijf er liever mijlenver van verwijderd. Kan ik iets niet vinden, dan zoek ik vanzelf wel iemand op. Ooit heb ik als scholier een bijbaantje gehad in een kledingzaak. Daar was het beleid om klanten al te benaderen als ze halverwege de ingang waren. Verschrikkelijk! Je begrijpt dat ik het daar vrij snel voor gezien hield.

“Wat zijn ze hier aardig!” Die dag zat daar wel een kern van waarheid in. Een van de verkoopsters in een niet nader te noemen sportzaak werd bloedfanatiek toen er gevraagd werd naar gympen. Ik zag de eurotekens spontaan in haar ogen verschijnen. Later kwam daar ook nog het woord ‘bonus’ bij. Ze verkocht namelijk niet alleen schoenen, maar ook gelzooltjes.

Niet veel later was het raak bij die grote Zweedse kledingketen. Bij de kassa werd me gevraagd of ik “alles had kunnen vinden?”. “Eh…ja hoor.” Anders stond ik hier niet, dacht ik erachteraan.
Ik weet het, dat klinkt cynisch. Maar tien jaar geleden was de kassamedewerker meestal niet te verstaan dankzij de allesoverheersende muziek. Toen werd er nauwelijks iets met je gedeeld, behalve het af te rekenen bedrag. Dit was dus een cultuurschok.

In supermarkten gebeurt meestal het tegenovergestelde: niemand te bekennen als je ze nodig hebt en de desinteresse straalt er – regelmatig – vanaf. Goed, laat ik niet al het supermarktpersoneel over een kam scheren. Ik weet nu dat ‘ze’ bestaan, die aardige mensen.

En toeval of niet, gisteren was het raak. In de supermarkt. Het meisje achter de kassa was vrolijk, zei gedag, wenste mijn man en mij een prettige dag en een goed weekend. Ik beleefde binnen twee dagen een cultuurschok. En dat in eigen land.
Nu moet ik er wel aan toevoegen dat het meisjes enigszins hysterisch overkwam. Misschien had ze er al een halve dag opzitten of was ze net – vol energie – begonnen. Of ze was geschrokken van mijn man. Dat gebeurt ook nog weleens.

En de eerlijkheid gebiedt te zeggen dat het bloedfanatieke meisje in de sportzaak op het randje van vriendelijkheid gebalanceerd had. Bij de kassa bleef ze maar herhalen dat hun klantenkaart heel voordelig was. Je moest het ding alleen wel kopen (10 euro), maar dan kreeg je korting en je bleef – echt waar – van alles op de hoogte. Ondertussen had mijn vriendin al drie keer geprobeerd die kortingskaart naar het andere eind van de wereld te verbannen. Dat ding had ze niet nodig. Bij de vierde poging kon ze eindelijk betalen.

Feit blijft wel dat ik in twee dagen tijd nog nooit zoveel aardig en behulpzaam winkelpersoneel ben tegengekomen. Zou het crisisstrategie zijn?