Het is me weer overkomen. Ze gingen weg: de een stond al klaar met zijn jas aan, terwijl de ander nog als een bezetene door het huis rende. Het gaat vaak zo. Ik ben het dus gewend. Meestal ga ik dan iets eten. Of ik zit het van een afstandje te bekijken.
Deze keer leek er weinig nieuws onder de zon. Ik hing gedachteloos boven mijn hapje eten. Ineens werd ik opgetild. Op zich helemaal niet gek. Ik houd wel van een beetje aandacht. Maar mijn normaal gesproken zo zorgzaam vrouwmens nam me – nog net niet in de houdgreep – mee naar boven. En dát is dus geen goed teken.
Voor ik het goed en wel besefte, zat ik in die verrekte bak. Onderweg naar beneden – schommelend – stond ik doodsangsten uit. Het enige lichtpuntje was dat mijn vrouwmens de bak bleef vasthouden. (Het manmens ramt namelijk altijd met die bak tegen de verwarming aan, want hij kan de afstand tussen de deurpost en de verwarming niet zo goed inschatten. Denk ik. Maar manmens heeft natuurlijk geen kattenogen.)
Controlebezoek, noemden ze het. Feit blijft dat ik naar de dierenarts moest. Daar hebben ze een ruimte met groene wanden, spikkeltjes op de vloer en honden. En als ik ergens een gruwelijke hekel aan heb, dan zijn het wel die kwijlende, blaffende en elkaar besnuffelende viervoeters. Maar ik wist wat me te doen stond. Terwijl mijn vrouwmens ons aanmeldde, manmens langzaam wakker werd en ik – godzijdank – hoog en droog op een stoel zat, bedacht ik de strategie ‘Hoe je te misdragen in het openbaar’.
- Zorg dat je bij binnenkomst direct de aandacht hebt en wek vertrouwen. Zo mocht ik rondjes lopen.
- Ga ondertussen op onderzoek uit: hoe snel kun je uit deze ruimte wegkomen.
- Besnuffel alles en zorg dat je aaibaar bent.
- Wandel rustig in de richting van de dierenarts en belangrijk: blijf beleefd. Laat je aaien, maar niet te lang.
- Als je gewogen moet worden – zoals in mijn geval – laat dat dan toe. Geloof me, dat bakje is echt niet groot genoeg om te veel te bewegen en het staat ook nog eens naast een afgrond.
- Zodra je op de onderzoekstafel terechtkomt – dat ding met dat koude zeil erop en als het tegenzit nog wat haren van de vorige patiënten- maak je dan alvast wat dikker. Zet die haren op en maak die staart wat pompeuzer.
- En dan sla je toe: eerst grommen – niet te snel gaan – en vervolgens blazen. Dat herhaal je een paar keer. Dan zet je -hoe heerlijk- je tanden in alles wat meer of minder dan tien vingers heeft. Het liefst natuurlijk die van de dierenarts. Helaas heb ik mijn vrouwmens gebeten. Enigszins onbedoeld, maar gelukkig hadden ze daar alcohol. Kon ze het gelijk ontsmetten.
Heldhaftig als ik was, heb ik het bij thuiskomst natuurlijk direct goed gemaakt met mijn mensen. Nooit de hand bijten die je voedt. Toch krijg ik sindsdien minder eten.
Love it! My favorite one so far! =^;^=
LikeLike
Hi Angelique, thanks for your message! So nice to hear you like my stories (whoops…got interrupted by my cat… He also says thank you for enjoying his masterpiece).
LikeLike