“Kijk ik nu naar buiten, dan zie ik dikke druppels op het raam, een diep grijze lucht en de wind door de bomen. Maar het meest opvallende is dat alles koud is. Buiten is het koud, binnen is het koud en bovenal: ik heb het koud, steenkoud.”
Vorig jaar – 6 juni 2012 om precies te zijn – schreef ik bovenstaande tekst in mijn column Winter in juni. Een week geleden had ik nog kunnen volstaan met het knippen en plakken van die column. Gelukkig is dat nu niet meer nodig. Maar wat is het koud geweest de afgelopen maand!
Begin mei leek het extreem koude lenteweer voorbij te zijn. Het was meivakantie, de zon scheen en de temperatuur liep op. Heerlijk. Dat het de natuur ook goed deed, was te zien aan de tuin. Die was een explosie van groen, knopjes en bloemen. Maar na zeven mooie dagen sloeg het weer om. De tuin verstilde. Nederland besloot om toch maar de winterjas aan te houden.
En dan krijg je het bizarre tafereel dat je in mei naast iemand staat die een dikke gewatteerde winterjas aan heeft. En een sjaal om. Zelf sta je te rillen in je dunne zomerjasje, je afvragend waarom je in hemelsnaam die winterjas al hebt gewassen en opgeborgen. Zelfkastijding heet dat toch?

Barometer boven een pub in Moseley, Birmingham (Engeland). Foto via Flickr.com: Elliot Brown (ell brown).
Terwijl Nederland het koud had en Frankrijk de skipistes opnieuw opende, had Noorwegen een extreem warme en natte lente. In Zuid-Noorwegen spoelde je weg. In het noorden en midden van het land was het op sommige plaatsen juist tropisch warm. In de regio Finnmark werd het 30,5ºC. Ook in de buurlanden was het goed toeven.
Straalstroom is de luchtstroom op grote hoogte die verantwoordelijk is voor de sturing van stormen en de regeling van het weer op het noordelijk halfrond.
Het koude lenteweer bij ons zou zijn veroorzaakt door een sterke toename van smeltend poolijs, zo schreef de Volkskrant al in maart van dit jaar. Door het smelten van het poolijs warmen de oceanen en de atmosfeer op. Door die opwarming wordt de straalstroom omgekeerd en dringt koude lucht vanuit Noord-Europa veel dieper door naar het zuiden.
Russische wetenschappers voorspellen trouwens een nieuwe ijstijd. Zo rond 2030. Dat baseren zij op aanwezigheid van bewijs dat de aarde zal gaan afkoelen. Bewijs dat de aarde blijft opwarmen, is er volgens hen niet.
Volgens een ander onderzoek, gepubliceerd in Nature Geoscience, zou die ijstijd al ingezet moeten zijn. Dat dit nog niet gebeurd is, zou juist komen door de opwarming van de aarde. Door het broeikaseffect komt er meer CO2 in de lucht en dat houdt een nieuwe ijstijd tegen.
Niets is dus zo veranderlijk als het weer.