Artikelen

Distel: stekelig of toch een tikkeltje romantisch?

De kunst na de Tweede Wereldoorlog

Na de Tweede Wereldoorlog was de kunstwereld gedesoriënteerd. Terugkeren naar de stromingen van voor de oorlog – impressionisme, kubisme en surrealisme –  was zo goed als ondenkbaar. Er moest iets nieuws komen. Iets dat zou passen bij de nieuwe, vrije wereld. Het werd de abstracte schilderkunst.

Figuratief schilderen: manier van schilderen waarbij figuren en objecten in zekere mate herkenbaar zijn.

Typerend voor deze stroming was de openheid van de gemaakte werken en het ontbreken van herkenbare en figuratieve onderwerpen. Ook de totale afwezigheid van regels waaraan kunstwerken voorheen moesten voldoen was kenmerkend. Door deze vrijheid van regels ontwikkelden zich binnen de abstracte kunst verschillende stijlen en richtingen. Naast het abstract-expressionisme en de geometrische abstractie ontstond bijvoorbeeld het nieuw realisme. Waar in de beginperiode van de abstracte kunst nauwelijks figuratief gewerkt werd, zag je in die latere stromingen steeds meer figuratieve elementen terugkeren.

Het ontstaan van kunstenaarsgroep ‘Distel’

In die tijd van diversiteit in de kunstwereld werd kunstenaarsgroep ‘Distel’ opgericht. Om precies te zijn op Hemelvaartsdag 1959 tijdens een fietstochtje naar Schoonhoven. De kunstenaars kwamen uit Gouda en omgeving. Behalve een tegenhanger zijn van de te deftige en vooral ontoegankelijke kunstenaarsvereniging ‘Burgvliet’ in Gouda, wilde ‘Distel’ vooral opkomen voor de vrijheid van de kunstenaar. De groep had het gevoel daarvoor te weinig gelegenheid te krijgen door onder andere de overheid. De gemeente Moordrecht was hierop de uitzondering. Zij schonk een oud, groot huis waar de groep ongestoord kon werken. Een ander doel dat de groep voor ogen had, was het samen exposeren om zo te laten zien wat het betekende om kunstenaar te zijn.

Kunstenaars die tot ‘Distel’ behoorden, waren Gerrit Neven, Anton Verhey, Jaap Douma, Aad de Wit, Cornel en Jan Mul, Adri de Bruyn en Gerard ’t Hart. Douma was voorzitter van de groep. De leden leerden elkaar kennen tijdens hun studie aan de academie in Den Haag. Dat ze samenwerkten en samen exposeerden, betekende echter niet dat ze allemaal dezelfde soort kunst maakten.

Diverse stijlen

Gouache: door gebruik van dekkende waterverf – ook wel plakkaatverf – is de ondergrond van het schilderij niet meer zichtbaar. Dit in tegenstelling tot een aquarel.

Op hun exposities waren gouaches, tekeningen, schilderijen, sculpturen en objecten te zien. Zo uiteenlopend als de vorm was, zo uiteenlopend waren ook de onderwerpen. Hoewel er in de algemene bronnen op onder andere internet vrij weinig terug te vinden is over kunstenaarsgroep ‘Distel’ is het wel duidelijk dat de verschillende kunststijlen van na de oorlog invloed op hun werk hebben gehad. Hun diversiteit was eigenlijk typerend voor die periode.

*Wols, ook bekend als Otto Wolfgang Schutze (1913-1951), was een Duitse kunstenaar en fotograaf.

Zo lijkt een aantal werken van Gerard ’t Hart haar oorsprong te vinden in het Tachisme (ook wel Informel genoemd). Een stijl waarin geen duidelijk afgebakende vormen te zien waren. Eenvoudig gezegd: het heeft vaak iets weg van een gekleurde vlek. Vergelijk maar eens het werk van Wols* en het – weliswaar recente – werk van ’t Hart. Blijf je echter lang genoeg kijken, dan ontwaar je toch iets herkenbaars, maar dat herkenbare kan voor iedere toeschouwer weer anders zijn.

Wols en Gerard 't Hart

Afbeelding Wols van Wikipedia.
Afbeelding ’t Hart, eigen beheer (by BarbaraCW).

Niet alleen na-oorlogse stijlen werden zichtbaar in het werk van ‘Distel’. Zo zag je ook meer kubistische werken, zoals die voor de oorlog gemaakt werden. Een zo’n werk is Hooikoortsnacht (1957) van Cornel Mul. Dat werk toont gelijkenissen met het werk van Pablo Picasso. Of Mul zich ook daadwerkelijk heeft laten beïnvloeden door Picasso valt niet te zeggen.

Picasso en Mul

Afbeelding Picasso van Redactions.
Afbeelding Mul by BarbaraCW

Onderwerpen die geschilderd werden varieerden van landschappen tot architectuur en portretten. Vaak herkenbaar, maar toch zo gedestilleerd dat alleen de noodzakelijke lijnen gezet werden om het geheel herkenbaar te maken. Een van die landschapschilders was Gerrit Neven. Hij schilderde in aquarel en door het zachte kleurgebruik krijgen zijn werken bijna iets mysterieus en iets romantisch.

Deze slideshow vereist JavaScript.

Pop-art: een van de bekendste kunstenaars die de pop-art heeft vertegenwoordigd, was Andy Warhol. Hij maakte diverse portretten van Marilyn Monroe in pop-art style. Ook Roy Lichtenstein was een pop-artkunstenaar. Hij werkte vooral met zichtbare rasters en contouren.

Een aantal portretten lijkt geïnspireerd op de pop-art. Een stijl die iets weg heeft van striptekenen in combinatie met reclametechnieken: strakke lijnen, soms dik aangezet en harde kleuren. Het doel van pop-art was vooral de onpersoonlijkheid tot stijl verheffen. Maar het moest ook kunst zijn die begrijpelijk was en op z’n minst aantrekkelijk om naar te kijken. Soms kon pop-art banaal zijn, bijna op het platvloerse af. In het werk van Ton van Boven is die banaliteit niet aanwezig. In deze werken lijkt het enerzijds te gaan om het uitbeelden van de onpersoonlijkheid (kijk maar naar de lege uitdrukking in de ogen van het werk van ) en anderzijds is het kleurgebruik minder fel dan in het gemiddelde pop-artwerk.

Het verguisde staatsieportret van koningin Beatrix

Anton Verheij - Staatsieportret Koningin Beatrix 1980

Anton Verheij, Staatsieportret Koningin Beatrix (1980)

Hoewel de kunstenaarsgroep ‘Distel’ slechts vijf jaar bestaan heeft, is een aantal leden doorgegaan in de kunst. Een van de meest bekende kunstenaars van de groep is Anton Verhey. Hij maakte in opdracht van de gemeente Wolvega een staatsieportret van koningin Beatrix. De opdracht kreeg hij vlak voor haar inhuldiging in 1980. Het werk werd echter afgekeurd, omdat het niet gelijkend zou zijn en bijna als spotprent uitgelegd kon worden. Verhey zelf spreekt dat echter tegen. Het ging hem ook niet om de gelijkenis. Hij wilde juist de monarchie in haar volle glorie uitbeelden. Omdat het landelijk tot grote ophef leidde, greep de overheid uiteindelijk in door het werk op te kopen. Het portret verdween vervolgens jarenlang in een depot.

Kunstenaarsgroep ‘Distel’, toen en nu

Na 33 jaar is het werk weer – tijdelijk – tentoongesteld. Niet vanwege de komende troonswisseling, maar vanwege een kleine en bescheiden tentoonstelling in Museum Gouda over de kunstenaarsgroep ‘Distel’. In nauw overleg met twee oud-leden van ‘Distel’ – Aad de Wit en Cornel Mul – heeft het museum een tentoonstelling samengesteld met werk uit de periode 1959-1965 en recent werk. Meer informatie is te vinden op de website van Museum Gouda.

Door het bezoeken van de tentoonstelling ‘Distel, toen en nu’ raakte ik geïnteresseerd in de achtergrond van ‘Distel’. Omdat ik weinig in openbare bronnen op internet kon vinden, besloot ik dit stuk te schrijven. Of de leden van ‘Distel’ zich hebben laten inspireren door na-oorlogse kunststromingen is niet met zekerheid te zeggen. Dit artikel berust dan ook niet op feiten, slechts mijn mening is bepalend geweest.


Referenties:

Hugh Honour, John Fleming, Algemene Kunstgeschiedenis, Amsterdam 2000, pp 834-854.
Anna-Carola Krausse, Geschiedenis van de schilderkunst: van de Renaissance tot heden, Keulen 2000, pp. 106-119, 121.
Marianka Peters, ‘Na 33 jaar eerherstel voor maker portret Beatrix’, in: Goudse Post, woensdag 10 april 2013, p. 11.
‘Distel, toen en nu’, in: tentoonstellingsinformatie Museum Gouda

2 reacties

    • Dank je wel, Guus. Ik ben van plan om vaker artikelen te schrijven over kunst en andere onderwerpen.

      Like

Reacties zijn gesloten.