Anderhalve maand geleden op de poli neurologie.
“Dus, jij ziet mij nu dubbel? Je ziet me twee keer?” De verpleegkundige keek enigszins angstig geïrriteerd.
– God, nee, alsjeblieft niet. Ik moet er niet aan denken om jou in tweevoud te zien – wat ik natuurlijk niet hardop zei.
“Nee, ik zie jou en andere dingen niet in die mate dubbel. Er zijn geen twee verpleegkundigen ofzo. Ik zie je alleen niet zo scherp…eh…een beetje met een extra randje. Een extra stukje. Een soort nabeeld.”
“Nabeeld?”
“Ja, net als in de zon kijken en dan naar een witte muur. Zo’n schaduw. Maar dan geprojecteerd op jou.”
“Hum…”
Zo ging het gesprek nog even door. Het bleef toch wel vaag wat ik nu wel zag en wat niet.
Eerder die maand was ik op aanraden van mijn huisarts bij een optometrist langsgegaan. Tijdens een onderzoek waarin ik de meest uiteenlopende plaatjes te zien kreeg en waarin ik steeds vermoeider werd, zag ik de optometrist steeds vrolijker worden. Ik wist genoeg. Er moest iets mis zijn.
De diagnose luidde: micro-strabismus. Oftewel: “Mevrouw, u kijkt scheel.” En bedankt.
Al een jaar -of langer- zie ik niet goed. Mijn beste vriend Migraine kan daar de reden voor zijn. Krijg ik een aanval, dan heb ik regelmatig last van slecht zicht. Wazig zien is daarvan nog het minst vervelende.
Maar los van de migraine heb ik last van andere rare verschijnselen. Zeg maar: zwarte vlekjes, onscherpe beelden, meeschuivende lichte vlekken, nabeelden. En dus -soms- dubbelzien. Erg lastig. Vooral als je openslaande autoportieren, overstekende kinderen en naaktslakken wilt ontwijken. Of een boek wilt lezen. Of de ondertiteling. Of een zin wilt typen.
Nu ben ik ook bijziend. In de verte zie ik niet zo goed. Ik heb al een jaren een bril. Meestal op, soms ook niet. Dat ik weer iets minder scherp zag, had ik zelf al wel gemerkt. Maar scheel? Ik loens niet eens!
De blije optometrist legde uit dat ‘micro’ staat voor een afwijking die niet zichtbaar is voor een ander. Ik kijk dus niet met mijn linkeroog jouw portemonnee uit je rechterbroekzak.
Meestal ontstaat zoiets op jonge leeftijd. Denk hierbij aan kindjes met zo’n afgeplakt oog.
Ontstaat dit op volwassen leeftijd, dan krijg je er last van. En afplakken heeft geen zin. Het oog leert niet meer. Het staat anders. Blijvend.
Nu loop ik alweer een maand met een speciale bril. Heel hip hoor, geen dikke jampot-glazen. Wel met ingeslepen prisma’s. Mijn linkeroog -het probleem- komt tot rust. Maar het probleem is niet weg. Het wazig zien is wel minder, net als de zwarte vlekjes, maar het is er nog steeds. Net als de nabeelden. Ook blijvend.
Afgelopen week stond er in nrc.next een kort stukje met als titel Zien mensen met een scheel oog iets anders? De orthoptist (paramedicus die zich bezighoudt met onderzoek en behandeling) -Hinke Marijke Jellema- van het AMC was aan het woord. Als je op latere leeftijd, door ongeluk of ziekte, een scheel oog krijgt “dan zie je wel dubbel. De wereld wordt daar erg verwarrend van en kijken is extreem vermoeiend.”
En de wereld wordt daar ook letterlijk verwarrend van, gezien het gesprek met de verpleegkundige. Ze bleef er bijna in. Wel of niet dubbelzien. Leg dat maar eens uit. Nu maar afwachten wat de neuroloog ervan denkt.
Weer helemaal te gek Barbara! 🙂
LikeLike
Dank je wel, Guus. Ik blijf doorgaan! Binnenkort staat er weer iets online.
LikeLike
Wat kun jij leuk schrijven !!!
LikeLike
Hallo Loes, dank je wel voor je berichtje! Fijn om te horen dat je de stukjes leuk vindt. Mijn doel is om minimaal een keer per week iets online te zetten. Dus wordt vervolgd!
LikeLike