Het is begin december: de tijd van Sinterklaas en Kerstmis. De tijd van sneeuw. In mijn herinnering sneeuwde het vroeger zelden in december. De laatste jaren sneeuwt het daarentegen altijd in december. Ook nu zijn de eerste vlokken inmiddels gevallen. Zondag beet Limburg officieel het spits af. Voor mij telt dat niet. Ik moet sneeuw zien en het liefst er zelf doorheen struinen. Dan is het officieel.
Ik vind sneeuw fijn. Langzaam wordt de wereld wit en – zeker niet onbelangrijk – steeds stiller. Dat vind ik nog het mooiste aan die witte vlokken. Sneeuw dwarrelt, snel of langzaam, maar altijd geruisloos. Dat in tegenstelling tot regen. Die hoor je altijd. Het meest ultieme sneeuwmoment is toch wel tijdens Kerstmis. Wakker worden, de gordijnen opendoen en een witte wereld aanschouwen. Ik geloof dat ik die momenten op een halve hand kan tellen.
De meeste weermannen en -vrouwen worden verguisd als ze een voorzichtige sneeuwvoorspelling proberen te doen voor de kerstdagen. Op dit moment is de meest verguisde weerman toch wel Piet Paulusma. Sinds afgelopen vrijdag is zijn officiële wintervoorspelling te lezen. Dat het zal gaan sneeuwen is een ding dat zeker is. Wel bleef hij een beetje vaag over het hoe, wanneer en waar.
Zijn bericht lokte reacties uit. Natuurlijk. En wat voor reacties. Dat zijn bericht te wensen overliet, mag duidelijk zijn. Het weer is het weer. Daar hebben we tot op heden nog geen grip op kunnen krijgen. En als we die grip wel zouden krijgen, dan verzint Moeder Natuur daar vast wel iets op.
Piet formuleerde het ongeveer zo: het kan vriezen, het kan dooien. En dat is een voorspelling die vandaag in ieder geval waarheid is geworden. Was het vanmorgen nog nul graden en werd de wereld langzaam wit, nu is het grijs, nat en grauw. En toen ik vanmorgen op de fiets zat, bleek de sneeuw een mengeling van regen en vlijmscherpe ijsdeeltjes. Wat mij betreft moet de eerste echte sneeuw dus nog vallen. Laten we het maar houden op een mooie repetitie. Met Kerstmis tijd voor het echte werk?