Het is zomer. Deuren en ramen staan open. Je hoort hier en daar muziek en geklets. Er wordt gebarbecued, ’s avonds wordt ook de vuurkorf aangestoken. De visite mag lekker buiten zitten in plaats van in de muffe zithoek binnen. Huisdieren en kinderen mogen weer volop naar buiten. De mensen lijken vrolijker, uitbundiger. Alles kan en alles mag.
Maar kan en mag alles wel?
Voor de een klinkt het buitengeluid in de zomer als gezelligheid. Vaak ís dat ook zo. Er wordt gelachen en gekletst. Je hoort dat mensen het naar hun zin hebben. En dat examenfeestje van je buurjongen is natuurlijk geen probleem. Hij is – eindelijk – geslaagd! De muziek die je hoort, komt van het verjaardagsfeestje van dat bejaarde stel van verderop. Allemaal geen probleem. En waarom? Het houdt ook weer op.

Foto: Simon Green / CC Some rights reserved by simongreenuk, flickr.com
Maar wat als het niet ophoudt? Wat als je de klok erop kunt gelijkzetten dat die aardige buren iedere nacht de vuurkorf aansteken, het reuzegezellig lijken te hebben – je hoort de flessen rinkelen – en het geluidsniveau van de gesprekken steeds verder oploopt? En jij? Jij mag de volgende ochtend weer vroeg op.
Of de buurtkinderen die iedere ochtend krijsend en gillend naar school vertrekken en waarbij je je iedere ochtend weer afvraagt wie er nu het hardst gilt: de kinderen of hun moeder/vader?
En die ene buur die tijdens een snikhete zomer drie weken op vakantie gaat en een kliko achterlaat vol etensresten (en nee, die zitten niet netjes in een vuilniszak)? Even voor de duidelijkheid: dat betekent dat ook jouw tuin ruikt als de vuilnisbelt van Napels.
En wat als het niet beperkt blijft tot de zomer, maar het hele jaar? En de geluiden niet alleen buiten hoorbaar zijn, maar ook binnen in jouw eigen huis? Kan en mag dan nog steeds alles?
Het simpele antwoord is: Nee.
Wil je meer lezen over de psychologische effecten van geluidsoverlast? Lees dan de hand-out “Psychologische achtergronden” die verschenen is naar aanleiding van de Nationale Geluidshinderdag 2014. Het thema van deze dag was “Woongeluiden, voor velen een probleem! Om gek van te worden”.
Volgens de Nederlandse Stichting Geluidshinder (NSG) geeft “een kwart van de Nederlandse bevolking aan van tijd tot tijd gehinderd te worden door burenlawaai; de helft daarvan in ernstige mate“. Lijkt mij best veel. En daar komen ook nog eens de psychologische gevolgen van burenlawaai bij: hoe langer je bijvoorbeeld in het lawaai zit, hoe minder goed je kunt ontspannen. Zelfs als het geluid allang is opgehouden. En hoe vervelender het geluid, hoe slechter jij je kunt concentreren op jouw eigen bezigheden. Geluidsoverlast binnenshuis wordt zelfs als erger ervaren dan geluidsoverlast buitenshuis.
Maar het ergste van burenoverlast is volgens mij de mentaliteit die er tegenwoordig heerst. Onder het mom “Als ik het niet weet, kan ik er ook niets aan doen” lijkt alles te mogen en te kunnen. Maar zo werkt het natuurlijk niet. Want als de buren geen wekker meer nodig hebben, omdat jouw kinderen met hun gegil en gekrijs de alarmklok zijn geworden voor de hele buurt, jouw kliko zo enorm stinkt dat je er zelf onwel van wordt of de muziek zo hard staat dat je onlangs te horen hebt gekregen dat je gehoorbeschadiging hebt opgelopen, lijkt het me dat je heel goed weet dat je overlast veroorzaakt. Volgens mij is de meest simpele oplossing voor burenoverlast als volgt: “Gebruik je gezond verstand en besef dat als er sprake is van steeds terugkerende overlast op vaste tijden gedurende een groot deel van de dag, je dat niet kunt afdoen met “Als ik het niet weet…”