Columns

Een zonnige dag in oktober

Het was vrijdag, een mooie zonnige ochtend in oktober. Zo eentje waarvan je de herfst al ruikt, maar ergens ook nog een zweem zomerwarmte voelt. Kleutertje had zijn allereerste uitje met zijn klasgenootjes naar een voorstelling over vriendschap en geluk. En aangezien ik me als hulpouder (en dreumes als blij hulpje) had opgegeven, mocht ik met maar liefst drie kleuterjongens en een dreumes op weg naar Cultuurhuis Garenspinnerij. Lekker joelend in de bakfiets.

Het was dus een mooie zonnige ochtend in oktober. Zo eentje waarvan je echt kunt genieten. Zo eentje waarvan het moeilijke opstaan in de ochtend langzaam uit je lichaam verdwijnt. Echt een ochtend om lekker buiten te zijn.

Totdat ik in de verte een zwaailicht zag. En nog een. En nog een. En zwarte schermen.
Dit was geen mooie zonnige oktoberochtend meer.

Een volledig afgezette weg. Links een calamiteitentent achter zwarte schermen. Aan de andere kant van het kruispunt een vrachtwagen tussen zwarte schermen.
We mochten er nog langs, lopend, via de stoep. Maar liever was ik er helemaal niet langs gegaan. Dit had helemaal niet mogen gebeuren op deze mooie zonnige oktoberochtend. Of beter gezegd: dit had nooit mogen gebeuren.

Ik kreeg het koud van wat ik zag, de gezichten van de hulpverleners spraken boekdelen. Maar ik moest door. Met een bakfiets vol joelende kleuters die geen weet hadden van wat zich hier zojuist had afgespeeld. Gelukkig.

Een vrouw op de fiets, zomaar doodgereden door een vrachtwagen. De chauffeur van de vrachtwagen sloeg af waar dat niet mag. Dit ongeluk heeft die hele dag in mijn hoofd gezeten. Waarom? Omdat het iedereen had kunnen overkomen op die plek; het drukste fietspunt van Gouda. En nu, bijna een week verder, zit het nog steeds in mijn hoofd.

Op een mooie zonnige oktoberochtend reed zij daar op weg naar haar werk. Nietsvermoedend.
Afgelopen.

*