Waarom ik het liefst nu op een vliegtuig zou stappen naar een warme bestemming…

De meteorologische zomer zou eigenlijk al 1 juni begonnen moeten zijn. Helaas merk ik daar bar weinig van. Kijk ik nu naar buiten, dan zie ik dikke druppels op het raam, een diep grijze lucht en de wind door de bomen. Maar het meest opvallende is dat alles koud is. Buiten is het koud, binnen is het koud en bovenal: ik heb het koud, steenkoud.

Nu weet ik wel dat je met het weer nooit zeker kunt zijn wat het doet. Maar toch, het zou zo fijn zijn als ik nu zou weten dat het de komende drie maanden minstens iedere dag een graad of 24 zou zijn met een mooie heldere lucht en veel zonneschijn.
Het zou mijn dag nu al goed maken. Helaas, de kranten berichten wel dat het iets warmer wordt. Een schamele 20 graden, maar dan houdt het ook wel op.

Ik sla de Deventer en Enkhuizer almanak er eens op na en hoewel daar enigszins sprake is van een streepje licht aan het einde van de tunnel – om maar met een metafoor te spreken – stelt ook deze informatie me niet echt gerust. Dan maar de astrologische start van de zomer afwachten. Volgens Wikipedia begint die om precies te zijn op 21 juni om 9 minuten over 11 in de ochtend. Ik ben benieuwd.