Meest recente berichten

Lente: een doldwaze start

Ondertussen is de lente een week oud. Hoera! Ik heb er – in het begin – weinig van meegekregen: ik lag met griep op bed en bank. Mijn lichaam vond het blijkbaar nodig om aan de griepepidemie, die al vier maanden duurt, mee te doen. Waarom nu pas, vraag ik me af.

Los van mijn ongemak vind ik de afgelopen week niet echt lentewaardig. Na een mooie start in het weekend met de opening van het vernieuwde Rijksmuseum, begon op maandag de ellende. Explosies tijdens de marathon in Boston en de klopjacht op de daders domineren nu al ruim vijf dagen het nieuws. Ook overzee dus geen fijn begin van de lente.

Naast de DDoS-aanvallen op onze banken, kregen we dinsdag onze eigen bommelding in Arnhem. (Wist u dat eigenlijk?) De dader is dezelfde dag nog opgepakt. Zal ik hem maar omschrijven als een dreigende gek?
In Den Haag kreeg staatssecretaris Teeven het zwaar te voortduren in de zaak-Dolmatov. En terecht. Als dat ene vinkje wel was gezet, had Dolmatov nu nog geleefd. Sowieso klopt er geen jota van ons asielbeleid, maar dat terzijde.

Terwijl Nederland op woensdag nog steeds last had van DDoS-aanvallen, de ‘iron lady’ voor de laatste keer door de straten van Londen werd gereden en we ’s avonds aan de buis gekluisterd zaten om het interview met Lex en Max te bekijken, gloorde er een klein lichtpuntje aan de horizon van de economische crisis: de pensioenfondsen doen het beter.
Om vervolgens op donderdag het lichtpuntje in de eerste lentestorm van dit jaar uitgeblazen te zien worden: de werkloosheid in Nederland is toegenomen. En hoe. Straks zitten we allemaal thuis.

Ondertussen blies de wind de ene na de andere – lege – vrachtwagen omver, brandde er in Hoog Soeren op de Veluwe een stuk heide af en kwam het bericht dat woensdagavond in het gehucht West in Amerika een kunstmestfabriek ontploft was. Het zag eruit als Enschede na de vuurwerkramp in 2000. De Nederlandse reactie? ‘Dat kan bij ons niet gebeuren.’ Gut, gut, wat zijn we weer chauvinistisch. Waarom zou ons zoiets niet kunnen overkomen?

En over chauvinisme gesproken: voor de inhuldiging van Lex heeft ‘muzikaal’ Nederland een liedje gemaakt. Vanmorgen is het officieel uitgekomen. Het spijt me te moeten zeggen dat het niet wanstaltiger had gekund dan dit. Of zoals Sylvia Witteman het op twitter verwoordde:

Tekenen dus, die petitie tegen het Koningslied.

Met de gebeurtenissen deze week lijkt de lente nu een doldwaze start te maken. Hoe warmer, hoe gekker we met z’n allen worden. En hoe onoplettender misschien. Heb je dus last van griep, voorjaarsmoeheid of ander lenteleed? Kun je niet meer helder denken? Blijf lekker thuis en houd je koest.

Distel: stekelig of toch een tikkeltje romantisch?

De kunst na de Tweede Wereldoorlog

Na de Tweede Wereldoorlog was de kunstwereld gedesoriënteerd. Terugkeren naar de stromingen van voor de oorlog – impressionisme, kubisme en surrealisme –  was zo goed als ondenkbaar. Er moest iets nieuws komen. Iets dat zou passen bij de nieuwe, vrije wereld. Het werd de abstracte schilderkunst.

Figuratief schilderen: manier van schilderen waarbij figuren en objecten in zekere mate herkenbaar zijn.

Typerend voor deze stroming was de openheid van de gemaakte werken en het ontbreken van herkenbare en figuratieve onderwerpen. Ook de totale afwezigheid van regels waaraan kunstwerken voorheen moesten voldoen was kenmerkend. Door deze vrijheid van regels ontwikkelden zich binnen de abstracte kunst verschillende stijlen en richtingen. Naast het abstract-expressionisme en de geometrische abstractie ontstond bijvoorbeeld het nieuw realisme. Waar in de beginperiode van de abstracte kunst nauwelijks figuratief gewerkt werd, zag je in die latere stromingen steeds meer figuratieve elementen terugkeren.

Het ontstaan van kunstenaarsgroep ‘Distel’

In die tijd van diversiteit in de kunstwereld werd kunstenaarsgroep ‘Distel’ opgericht. Om precies te zijn op Hemelvaartsdag 1959 tijdens een fietstochtje naar Schoonhoven. De kunstenaars kwamen uit Gouda en omgeving. Behalve een tegenhanger zijn van de te deftige en vooral ontoegankelijke kunstenaarsvereniging ‘Burgvliet’ in Gouda, wilde ‘Distel’ vooral opkomen voor de vrijheid van de kunstenaar. De groep had het gevoel daarvoor te weinig gelegenheid te krijgen door onder andere de overheid. De gemeente Moordrecht was hierop de uitzondering. Zij schonk een oud, groot huis waar de groep ongestoord kon werken. Een ander doel dat de groep voor ogen had, was het samen exposeren om zo te laten zien wat het betekende om kunstenaar te zijn.

Kunstenaars die tot ‘Distel’ behoorden, waren Gerrit Neven, Anton Verhey, Jaap Douma, Aad de Wit, Cornel en Jan Mul, Adri de Bruyn en Gerard ’t Hart. Douma was voorzitter van de groep. De leden leerden elkaar kennen tijdens hun studie aan de academie in Den Haag. Dat ze samenwerkten en samen exposeerden, betekende echter niet dat ze allemaal dezelfde soort kunst maakten.

Diverse stijlen

Gouache: door gebruik van dekkende waterverf – ook wel plakkaatverf – is de ondergrond van het schilderij niet meer zichtbaar. Dit in tegenstelling tot een aquarel.

Op hun exposities waren gouaches, tekeningen, schilderijen, sculpturen en objecten te zien. Zo uiteenlopend als de vorm was, zo uiteenlopend waren ook de onderwerpen. Hoewel er in de algemene bronnen op onder andere internet vrij weinig terug te vinden is over kunstenaarsgroep ‘Distel’ is het wel duidelijk dat de verschillende kunststijlen van na de oorlog invloed op hun werk hebben gehad. Hun diversiteit was eigenlijk typerend voor die periode.

*Wols, ook bekend als Otto Wolfgang Schutze (1913-1951), was een Duitse kunstenaar en fotograaf.

Zo lijkt een aantal werken van Gerard ’t Hart haar oorsprong te vinden in het Tachisme (ook wel Informel genoemd). Een stijl waarin geen duidelijk afgebakende vormen te zien waren. Eenvoudig gezegd: het heeft vaak iets weg van een gekleurde vlek. Vergelijk maar eens het werk van Wols* en het – weliswaar recente – werk van ’t Hart. Blijf je echter lang genoeg kijken, dan ontwaar je toch iets herkenbaars, maar dat herkenbare kan voor iedere toeschouwer weer anders zijn.

Wols en Gerard 't Hart

Afbeelding Wols van Wikipedia.
Afbeelding ’t Hart, eigen beheer (by BarbaraCW).

Niet alleen na-oorlogse stijlen werden zichtbaar in het werk van ‘Distel’. Zo zag je ook meer kubistische werken, zoals die voor de oorlog gemaakt werden. Een zo’n werk is Hooikoortsnacht (1957) van Cornel Mul. Dat werk toont gelijkenissen met het werk van Pablo Picasso. Of Mul zich ook daadwerkelijk heeft laten beïnvloeden door Picasso valt niet te zeggen.

Picasso en Mul

Afbeelding Picasso van Redactions.
Afbeelding Mul by BarbaraCW

Onderwerpen die geschilderd werden varieerden van landschappen tot architectuur en portretten. Vaak herkenbaar, maar toch zo gedestilleerd dat alleen de noodzakelijke lijnen gezet werden om het geheel herkenbaar te maken. Een van die landschapschilders was Gerrit Neven. Hij schilderde in aquarel en door het zachte kleurgebruik krijgen zijn werken bijna iets mysterieus en iets romantisch.

Deze slideshow vereist JavaScript.

Pop-art: een van de bekendste kunstenaars die de pop-art heeft vertegenwoordigd, was Andy Warhol. Hij maakte diverse portretten van Marilyn Monroe in pop-art style. Ook Roy Lichtenstein was een pop-artkunstenaar. Hij werkte vooral met zichtbare rasters en contouren.

Een aantal portretten lijkt geïnspireerd op de pop-art. Een stijl die iets weg heeft van striptekenen in combinatie met reclametechnieken: strakke lijnen, soms dik aangezet en harde kleuren. Het doel van pop-art was vooral de onpersoonlijkheid tot stijl verheffen. Maar het moest ook kunst zijn die begrijpelijk was en op z’n minst aantrekkelijk om naar te kijken. Soms kon pop-art banaal zijn, bijna op het platvloerse af. In het werk van Ton van Boven is die banaliteit niet aanwezig. In deze werken lijkt het enerzijds te gaan om het uitbeelden van de onpersoonlijkheid (kijk maar naar de lege uitdrukking in de ogen van het werk van ) en anderzijds is het kleurgebruik minder fel dan in het gemiddelde pop-artwerk.

Het verguisde staatsieportret van koningin Beatrix

Anton Verheij - Staatsieportret Koningin Beatrix 1980

Anton Verheij, Staatsieportret Koningin Beatrix (1980)

Hoewel de kunstenaarsgroep ‘Distel’ slechts vijf jaar bestaan heeft, is een aantal leden doorgegaan in de kunst. Een van de meest bekende kunstenaars van de groep is Anton Verhey. Hij maakte in opdracht van de gemeente Wolvega een staatsieportret van koningin Beatrix. De opdracht kreeg hij vlak voor haar inhuldiging in 1980. Het werk werd echter afgekeurd, omdat het niet gelijkend zou zijn en bijna als spotprent uitgelegd kon worden. Verhey zelf spreekt dat echter tegen. Het ging hem ook niet om de gelijkenis. Hij wilde juist de monarchie in haar volle glorie uitbeelden. Omdat het landelijk tot grote ophef leidde, greep de overheid uiteindelijk in door het werk op te kopen. Het portret verdween vervolgens jarenlang in een depot.

Kunstenaarsgroep ‘Distel’, toen en nu

Na 33 jaar is het werk weer – tijdelijk – tentoongesteld. Niet vanwege de komende troonswisseling, maar vanwege een kleine en bescheiden tentoonstelling in Museum Gouda over de kunstenaarsgroep ‘Distel’. In nauw overleg met twee oud-leden van ‘Distel’ – Aad de Wit en Cornel Mul – heeft het museum een tentoonstelling samengesteld met werk uit de periode 1959-1965 en recent werk. Meer informatie is te vinden op de website van Museum Gouda.

Door het bezoeken van de tentoonstelling ‘Distel, toen en nu’ raakte ik geïnteresseerd in de achtergrond van ‘Distel’. Omdat ik weinig in openbare bronnen op internet kon vinden, besloot ik dit stuk te schrijven. Of de leden van ‘Distel’ zich hebben laten inspireren door na-oorlogse kunststromingen is niet met zekerheid te zeggen. Dit artikel berust dan ook niet op feiten, slechts mijn mening is bepalend geweest.


Referenties:

Hugh Honour, John Fleming, Algemene Kunstgeschiedenis, Amsterdam 2000, pp 834-854.
Anna-Carola Krausse, Geschiedenis van de schilderkunst: van de Renaissance tot heden, Keulen 2000, pp. 106-119, 121.
Marianka Peters, ‘Na 33 jaar eerherstel voor maker portret Beatrix’, in: Goudse Post, woensdag 10 april 2013, p. 11.
‘Distel, toen en nu’, in: tentoonstellingsinformatie Museum Gouda

Sterk trekt ten strijde

Mirjam Sterk afbeelding Volkskrant 3 april 2013

Mirjam Sterk – ambassadeur jeugdwerkloosheid (Kabinet Rutte II) | afbeelding Volkskrant 3 april 2013)

Het kan dus toch! In tijden van crisis en toenemende werkloosheid een nieuwe functie bedenken: ambassadeur jeugdwerkloosheid. Voor deze nobele taak is Mirjam Sterk ingeschakeld. Het voormalig CDA-kamerlid gaat als bemiddelaar om de tafel zitten met werkgevers, gemeenten, scholen en natuurlijk met werkloze jongeren om de jeugdwerkloosheid terug te dringen.

Woensdagavond was ze te gast bij Pauw & Witteman om hierover uitleg te geven. Haar doelgroep was er ook. Terwijl de jongeren hun verhaal deden, kwam Sterk niet verder dan wat algemene en oppervlakkige tips. De jongeren moesten vooral blijven solliciteren, in hun eigen netwerk rondvragen, buiten hun regio zoeken, onder hun opleidingsniveau solliciteren en eventueel eens gaan omscholen. Het liefst zou ze zien dat jongeren van tevoren bedenken met welke opleiding ze de meeste baangarantie zullen hebben. Hoezo mosterd na de maaltijd?

Eigenlijk draait het in deze functie alleen maar om een flinke som geld. Aan Sterk de taak om die goed te verdelen. Behalve de al bestaande startersbeurs wil ze jongeren aanzetten tot omscholing en bedrijven geld geven voor het creëren van banen. Daar heeft ze zo’n 25 miljoen euro voor. Echt veel gaf ze nog niet prijs over haar plannen. Goed, ze was pas een paar uur ambassadeur.

Er bestaat al een programma om jongeren uit de werkloosheid te houden: programma ‘School Ex’. Hiermee wil de overheid jongeren in het mbo langer door laten leren.

In plaats van oude koeien uit de sloot halen, zou Sterk beter kunnen kijken naar de mogelijkheid om de verhoging van de pensioenleeftijd uit te stellen. Er gaan dan op korte termijn meer mensen met pensioen en dat betekent – theoretisch – meer vacatures.

Dat idee blijkt niet eens zo gek te zijn. Zo heeft de FNV een plan opgesteld om arbeidsduurverkorting (adv) voor 60-plussers in te voeren. Een tijdelijk plan, maar de periode – tot 2016 – is lang genoeg om de crisis in de banenmarkt te verminderen ten gunste van jongeren.

Omscholing is in mijn ogen ook geen heilig moeten. Voor je het weet, is er een overschot aan techneuten en ontstaat er in – bijvoorbeeld – de communicatiesector weer een tekort aan geschoold personeel. De omgekeerde wereld dus. Baangarantie zegt dus niet zoveel als je studie gemiddeld vier jaar duurt.

En vergeet niet dat heel veel jongeren al jaren gestudeerd hebben, een studieschuld hebben en inmiddels ook toe zijn aan de volgende stappen in hun leven. Daarnaast kan Sterk niet verwachten dat je partner zijn vaste baan opgeeft, omdat er buiten de regio wel werk voor jou te vinden is. Dat zou Russische roulette zijn in de huidige markt van tijdelijke contracten.

Ik hoop dat ze met plannen komt die verder gaan dan tips over netwerken, buiten je regio zoeken en onder je opleidingsniveau solliciteren. Daar staat het internet al vol mee. De meeste jongeren – ja, zelfs de oudere jongeren – maken hier allang gebruik van.

Blijft er alleen een grote hindernis of beter gezegd stootblok over: Mirjam Sterk voert de plannen van het kabinet uit. En we weten allemaal hoe standvastig die plannen van Rutte II zijn.

Update: Werkzaamheden

Update: Mijn site is inmiddels voorzien van een nieuwe, responsive lay-out. Wat wil zeggen dat je op zowel een pc als een tablet en een smartphone alles goed kunt lezen. Ik blijf nog wel even sleutelen op de achtergrond. Wat kleuren aanpassen en wat pagina’s toevoegen.

Laat me weten wat je ervan vindt! Geef hieronder jouw reactie of gebruik het contactformulier.

Mijn site is toe aan een opfrisbeurt. Helaas loopt niet alles zoals ik het graag zou willen… De verwachting is dat Pensierino na dit weekend weer up-to-date is.

Hoe maakbaar is jouw leven?

Maakbaarheid

Ik was – denk ik – vier of vijf jaar oud. En enorm doof. Dat hebben kinderen wel vaker op die leeftijd. Gelukkig is daar het ‘buisje’ voor ontwikkeld: dat wordt in het trommelvlies geplaatst en ontlucht zo het oor. De druk neemt af, net als de kans op ontstekingen en bovendien verdwijnt de doofheid. Lees verder